Een Schoner Woord/B

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Een Schoner Woord is een woordenlijst en tevens het hart van het Zaakwoordenboek der Lage Landen. Deze woordenlijst is zowel ter vertaling van nieuwe of onbekende woorden als ter bezieling voor diegenen die ook eens een ander woord willen bezigen. De lijst wordt met enige regelmaat bijgewerkt en wordt er op grond van gehoord en gelezen hedendaags taalgebruik allerlei begrippen en taaleigens hieraan toegevoegd. Om meer gerichte woordenlijsten te bekijken die een minder algemene insteek hebben, zie het overzicht op de lijstenzuil.

Een Schoner Woord heeft ook een zusterlijst voor de woorden die op het ZLL niet bewust worden geweerd, zie hiervoor de woordenlijst Een Omarmd Woord.

Blader


AllesA B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

B

Woord Evenwoord, vertaling of wisselwoord Toelichting
baat profijt (fr.) Zie ook voordeel.
bark boomschors (fr.)
barkmolen schorsmolen (fr.)
barnkracht elektriciteit (en.)
barnkrachtig elektrisch (la.)
barnmatig elektronisch (en.)
bedaren kalmeren (fr.)
bedeesd timide (fr.) Zie ook verlegen.
bedhoofd head board (en.) Zie ook hoofdeinde.
bediener server (en.)
bedrieglijk frauduleus (fr.)
bedrijving praktijk (fr.) Zie ook beoefening.
beeldmerk logo (en.) Zie ook naambeeld.
beeldbepalend iconisch (la.)
beeldscherm monitor (en.)
beeldspraak allegorie (fr.)
beeldsprakelijk allegorisch (fr.)
beeldverhaal cartoon (en.), strip (en.)
beeldvester camera (la.)
beeltenis portret (fr.)
begaafdheid talent (la.)
begelden financieren (fr.)
begeleiden accompagneren (fr.)
begin start (en.) Zie ook aanvang.
beginselen roots (en.) Zie ook wortels.
begripsbepaling definitie (fr.)
behagen pleasen (en.), plezieren (fr.)
beheer administratie (fr.)
beheerder (m.)
beheerster (v.)
administrateur (fr.), administrator (en.)
beheerlijk administratief (fr.)
beheren administreren (fr.)
behuwdbroeder
behuwdbroer
schoonbroeder (nl.*), schoonbroer (nl.*), zwager (du.)
behuwddochter schoondochter (nl.*)
behuwdmoeder schoonmoeder (nl.*)
behuwdvader schoonvader (nl.*)
behuwdzoon schoonzoon (nl.*)
behuwdzus
behuwdzuster
schoonzus (nl.*), schoonzuster (nl.*), zwagerin (du.)
bekoorlijk charmant (fr.)
bekoring charme (fr.)
bekwaam capabel (fr.)
bekwaamheid capaciteit (fr.)
bel bubbel (en.)
belagen stalken (en.) Zie ook dwangvolgen.
belager stalker (en.) Zie ook dwangvolger.
belangrijk important (fr.)
belangrijkheid importantie (fr.)
belangstellende♂♀ geïnteresseerde (fr.) Zie ook belanghebbende.
belangstelling interesse (fr.)
belangwekkend interessant (fr.)
beleggen investeren (fr.)
belijder confessor (la.)
benadrukken accentueren (fr.)
beoordeling recensie (la.) Zie ook beschouwing.
bepaling clausule (fr.)
beschadigd defect (la.)
beschaven civiliseren (fr.)
beschaving cultuur (fr.), civilisatie (fr.) Zie ook bebouwing♀, beschaafdheid♀ (dichterlijk).
beschavingsmatig cultureel (fr.) Zie ook beschaafdheidsmatig (dichterlijk).
bespiegeling reflectie (la.) Zie ook weerschijn, overpeinzing.
bespijzing catering (en.)
bestanddeel component (la.)
besteden spenderen (la.)
bestempelen labelen (en.)
besturen runnen (en.)
bestuurslichaam college (fr.) Zie ook onderwijsinstelling.
betaam fatsoen (fr.)
betamelijk fatsoenlijk (fr.+nl.)
betamelijkheid fatsoenlijkheid (fr.+nl.)
betogen demonstreren (fr.)
betoger (m.)
betoogster (v.)
demonstrant (fr.)
betoging demonstratie (fr.)
betoveren fascineren (fr.) Zie ook boeien.
betoverend fascinerend (fr.) Zie ook boeiend.
betovering fascinatie (fr.)
betrekking relatie (fr.) Zie ook verhouding, liefdesverhouding.
betrokkenheid engagement (en.) Zie ook verloving.
betwisten debatteren (fr.)
betwisting debat (fr./en.)
bevalligheid gratie (la.)
bevlieging rage (fr.), hype (en.) Niet te warren met Engels rage.
bevolking populatie (fr.)
bevoorhoofden confronteren (fr.)
bevooroordeeld biased (en.)
bevordering promotie (fr.)
bevraagster (v.)
bevrager (m.)
interviewer (en.)
bevragen interviewen (en.)
bevrezen intimideren (fr.)
bevrezing intimidatie (fr.)
bevruchting conceptie (fr.)
beweger motor (la.) Zie ook razer.
beweren claimen (en.) Zie ook eisen, opeisen, vorderen.
bewering claim (en.) Zie ook eis, stelling, vordering.
bewerken editing (en.)
bewerker (m.)
bewerkster (v.)
editor (en.) Zie ook opsteller (m.), opstelster (v.).
bewijsgrond argument (fr.)
bewijsvoeren argumenteren (fr.)
bewijsvoering argumentatie (fr.)
bewilligen honoreren (fr.)
bewindschap ministerschap (fr.+nl.)
bewindshof ministerie (la.)
bewindshoofd premier (fr.)
bewindsman
bewindsvrouw
minister (fr.)
bewindsmannen (m.)
bewindsvrouwen (v.)
bewindslieden (g.)
ministers (fr.)
bewindsraad kabinet (fr.)
bewindsraadsvorming kabinetsformatie (fr.)
bewogenheid dynamiek (fr.) Zie ook krachtenspel.
bewoorden formuleren (fr.) Zie ook opstellen.
bezwaar probleem (du./fr.) Zie ook belemmering, hindernis, moeilijkheid, vraagstuk.
bezielen inspireren (fr.)
bij vergissing per ongeluk (la.+nl.)
bijdrage contributie (fr.)
bijdragen contribueren (fr.)
bijknippen trimmen (en.)
bijknipper trimmer (en.)
bijschrift caption (en.) Zie ook onderschrift.
bijtende potas kaliumhydroxide (la.)
bijvoeglijk naamwoord adjectief (la.)
bijwerken updaten (en.) Zie ook inlichten.
bijwoord adverbium (la.)
bijzonder speciaal (fr.) Zie ook uitzonderlijk.
bijzonderheid detail (fr.) Zie ook kleinigheid, onderdeel.
billijk fair (en.) Zie ook eerlijk, rechtvaardig.
binnendringen infiltreren (fr.)
binnensaders intraveneus (fr.)
binnenspiers intramusculair (fr.)
blaak vlam (fr.)
bladeraar browser (en.) Zie ook webverkenner.
bladzijde pagina (la.)
blaker fakkel (la.), toorts (fr.)
blijspel komedie (la.)
bloedarmoede anemie (la.)
bloeimaand mei (la.)
blootstellen exposen (en.)
blootstelling exposure (en.)
boedgenoot celgenoot (la.)
boedgenote celgenote (la.)
boekbewaarder bibliothecaris (la.)
boekbewaarster
boekerij bibliotheek (fr.)
boekkeuren censureren (fr.)
boekkeuring censuur (fr./la.) Zie ook boekkeurderij.
boekschouwer accountant (en.)
boekschouwing accountancy (en.)
bolwerk bastion (fr.)
bondgenootschap alliantie (fr.)
bonzer kanon (fr.)
borstbeeld buste (fr.)
botsing conflict (la.)
bovenlucht ether (la.)
bouwkunst architectuur (fr.)
bouwkunstig architectonisch (fr.)
bouwmeester architect (fr.)
bouwsel constructie (fr.) Zie ook bouw.
bovenas top-as (en.)
braken kotsen (du.)
brandoffer holocaust (fr.)
brandstofongeld brandstofaccijns (nl.+la.)
breedvoerig gedetailleerd (fr.)
brij puree (fr.)
broddelaar amateur, hobbyist (en.) Zie ook knoeier, prutser, liefhebber, liefhebster.
buigzaam flexibel (fr.)
buikloop diarree (fr.)
buitenstaander outsider (en.)
burgerdom bourgeoisie (fr.) Zie ook burgerij.
burgerlijk jaar kalenderjaar (du.)
burgerman plebejer (la.)
burgervrouw
burgervrouwe(deftig)
burggraaf kastelein (fr.)
burggraafschap kasselrij (fr.)