Betovergrootouder

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Gemeenslachtig zelfstandig Naamwoord

Naamval Enkelvoud Enkelvoud Meervoud
Eerste
de betovergrootouder
de betovergrootouders
de betovergrootouderen
Tweede des betovergrootouders der betovergrootouder der betovergrootouders
der betovergrootouderen
Derde den betovergrootoudere der betovergrootouder den betovergrootouders
den betovergrootouderen
Vierde den betovergrootouder de betovergrootouder de betovergrootouders
de betovergrootouderen

Betekenis


Stamboom:

  1. Vader of moeder ener overgrootouder.

De Afstammelingen


Trap Gemeenslachtig Vrouwelijk Mannelijk Knie
I n.v.t. wapendraagster wapendrager
1
II ouder♂♀ moeder vader
2
III grootouder♂♀ grootmoeder grootvader
3
IV overgrootouder♂♀ overgrootmoeder overgrootvader
4
V betovergrootouder♂♀ betovergrootmoeder betovergrootvader
5
VI oudouder♂♀ oudmoeder oudvader
6 t/m 9
VII stamouder♂♀ stammoeder stamvader
10 t/m 17
VIII edelouder♂♀ edelmoeder edelvader
18 t/m 33
IX voorouder♂♀ voormoeder voorvader
34 t/m 65
X aartsouder♂♀ aartsmoeder aartsvader
66 t/m 129
XI opperouder♂♀ oppermoeder oppervader
130 t/m 257
XII hoogouder♂♀ hoogmoeder hoogvader
258 t/m 513

Aantekening: dit is niet de volledige indeling van kniebenamingen der Nederlandse Genealogische Vereniging en Histories.