Naar inhoud springen

Wiezen

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
Versie door Denschrijver (overleg | bijdragen) op 15 hom 2024 om 23:22
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Werkwoord

Onbepaalde wijs Gebiedende wijs Aanvoegende wijs
Enkelvoud Meervoud
wiezen wies wiest wieze
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijd Verleden tijd
ik wies ik wiesde
jij wiest
wies jij?
jij wiesde
u wiest
wiest u?
u wiesde
hij / zij / het wiest hij / zij / het wiesde
wij wiezen wij wiesden
jullie wiezen jullie wiesden
zij wiezen zij wiesden
Voltooid deelwoord Tegenwoordig deelwoord
gewiesd wiezend

Betekenis


  1. Het maken van een zacht suizend geluid; suizelen. Inzonderheid met betrekking tot wind.[1]
  2. Het opbruisen van mousserende dranken zoals champagne.[1]
  3. Het whistspel spelen.[2]


Bron, aantekening en/of verwijzing