Samenzwering

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Vrouwelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud ♀ Meervoud
Eerste de samenzwering de samenzweringen
Tweede der samenzwering der samenzweringen
Derde der samenzwering den samenzweringen
Vierde de samenzwering de samenzweringen

Woordopbouw

samenzweren • -ing

Betekenis

  1. Geheime verbintenis of samenspanning tegen een enkeling, een bepaald gezag of genootschap, enzovoorts enzovoorts.[1][2]

Vertaling

Bron, aantekening en/of verwijzing

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche Taal, Samenzwering.
  2. ↑ Woordenboek der Nederlandsche Taal, Komplot.
  3. ↑ Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op https://etymologiebank.nl/, Complot.

Overgenomen van "https://www.zaakwoordenboek.nl/index.php?title=Samenzwering&oldid=8313"