Raam

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
⚠ Klad

Deze bladzijde is een werk in uitvoering.


Onzijdig zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste het raam de ramen
Tweede des raams der ramen
Derde den rame den ramen
Vierde het raam de ramen

Betekenis


Eigenlijk:

1. Met glas (of andere stof) voorziene opening in een wand eens gebouws; bij uitbreiding ook van andere zaken zoals wagens.
2. Houten of ijzeren omlijsting ener vensterruit.[1]
3. Een rechthoekig bouwsel rond ene afbeelding.[2]

Overdrachtelijk:

4. Gezichtspunt-aanduiding.
5. Een bepaalde tijdspanne.

Overig:

6. Tegenwoordige tijd eerste persoon enkelvoud van ramen.
7. Gebiedende wijs enkelvoud van ramen.

Afleiding


Bron, aantekening en/of verwijzing





Raam

Mannelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de raam de ramen
Tweede des raams der ramen
Derde den rame den ramen
Vierde den raam de ramen

Betekenis


  1. Schatting, gedachte, mening.[1]
  2. Sprong, of aanloop tot.[1]
  3. Opzwaai des arms.[1]

Bron, aantekening en/of verwijzing