Onderstuk

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Onzijdig zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste het onderstuk de onderstukken
Tweede des onderstuks der onderstukken
Derde den onderstukke den onderstukken
Vierde het onderstuk de onderstukken

Betekenis

  1. Het benedenste gedeelte van iets.[1]
  2. Onderdeel eens hoofdstuks.[2][3]

Evenwoord

  1. Paragraaf (Frans)[4]