Hazelaar
Mannelijk zelfstandig naamwoord
Naamval | Enkelvoud ♂ | Meervoud |
---|---|---|
Eerste | de hazelaar | de hazelaren |
Tweede | des hazelaars | der hazelaren |
Derde | den hazelare | den hazelaren |
Vierde | den hazelaar | de hazelaren |
Betekenis
Eigenlijk:
- 1. Corylus avellana, een heester.[1]
Bij uitbreiding:
- 2. Een roede, twijg of takje des hazelaars.[1]
Omschrijving
De hazelaar (Corylus avellana) is een heester die tot de berkensibbe Betulaceae behoort en voornamelijk te Avondland en West-Morgenland voorkomt. De heester kan tot zes meter hoog worden en heeft bladeren die afwisselend aan der takken groeien. De hazelaar bloeit in de winter of vroege lente, voordat de bladeren verschijnen. De mannelijke bloemen groeien in lange, bengelende katjes, terwijl de vrouwelijke bloemen zich ontwikkelen in kleine knoppen op de takken. Na de bestuiving groeien de vrouwelijke bloemen uit tot eetbare hazelnoten, die ene belangrijke voedselbron zijn voor verschillende diersoorten en ook door mensen worden bruikt.[2]
☆ Uitgelicht
Deze bladzijde is uitgelicht. Klik hier om alle uitgelichte bladzijden te bekijken.
Bron, aantekening en/of verwijzing
- ↑ 1,0 1,1 Woordenboek der Nederlandsche Taal, hazelaar.
- ↑ Wikipedia, the free encyclopedia, Corylus avellana.