Doelpunt

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Onzijdig zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste het doelpunt de doelpunten
Tweede des doelpunts der doelpunten
Derde den doelpunte den doelpunten
Vierde het doelpunt de doelpunten

Woordopbouw

doelpunt

Betekenis

  1. Punt dat men bij spelen behaalt, wanneer den bal of een ander voorwerp waarmee wordt gespeeld, door het doelvlak des tegenstanders gaat.[1]

Vertaling

  1. Goal (Engels).[2]