Ezel

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
Uitvoering door Denschrijver (overleg | bijdragen) op 30 lou 2023 om 01:04
(wijz) ← Oudere uitvoering | Huidige uitvoering (wijz) | Nieuwere uitvoering → (wijz)
Een ezel.
Twee schildersezels.

Mannelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de ezel de ezels
Tweede des ezels der ezels
Derde den ezel den ezels
Vierde den ezel de ezels

Woordherkomst

asellus (Latijn)[1]

Betekenis

  1. Zoogdier uit de maagschap der rosachtigen, bekend om zijn lange oren, groot uithoudingsvermogen en geluid (balken).[2][3]
  2. Benaming voor een steun- of draagmeubel; schildersezel.[4]

Overdrachtelijk:

  1. Benaming voor iemand die dom, lomp of stijfhoofdig is.[4]

Zie ook