Aanvallen

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
Scheidbaar Werkwoord
Onbepaalde wijs Gebiedende wijs Aanvoegende wijs
aanvallen val aan valle aan aanvalle (bijzin)
Tegenwoordige tijd Tegenwoordige tijd bijzinvolgorde Verleden tijd Verleden tijd bijzinvolgorde
ik val aan dat ik aanval ik viel aan dat ik aanviel
jij valt aan
val jij aan?
dat jij aanvalt jij viel aan dat jij aanviel
u valt aan
valt u aan?
dat u aanvalt u viel aan dat u aanviel
hij/zij/het valt aan dat hij/zij/het aanvalt hij/zij/het viel aan dat hij/zij/het aanviel
wij vallen aan dat wij aanvallen wij vielen aan dat wij aanvielen
jullie vallen aan dat jullie aanvallen jullie vielen aan dat jullie/u aanvielen
zij vallen aan dat zij aanvallen zij vielen aan dat zij aanvielen
Voltooid deelwoord Tegenwoordig deelwoord
aangevallen aanvallend

Betekenis

Eigenlijk:

  1. De aanstichting des gevechts.
  2. Streng oordelen.
  3. Met kracht aanvatten.

Overig:

  1. Meervoud van zelfstandig naamwoord aanval.