Ros

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
Rossen.

Onzijdig zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste het ros de rossen
Tweede des rosses der rossen
Derde den rosse den rossen
Vierde het ros de rossen

Betekenis


  1. Getemd hoefdier (Equus caballus) uit de maagschap der rosachtigen Equidae, met vloeiende manen, een langharige staart en betrekkelijk korte, opstaande oren, dat als rij- en trekdier wordt gebruikt.[1]

Evenwoord


Dichterlijk:

Vertaling


  • Horse (Engels, niet te verwarren met derde naamval enkelvoud van hors).

Omschrijving


Het ros, een edel dier behorend tot de maagschap Equidae en het geslacht Equus, heeft een groot, gespierd lijf, lange benen met hoeven en een gevederde staart. Het diende lang als belangrijk vervoersmiddel en werkhulp voor den mense. Rossen zijn ook trouwe metgezellen en spelen een rol in sport en heelwijze behandelingen. Als gewaseter voeden zij zich met gras en gewassen, en zij leven maatschappelijk in kudden met ene rangschikking. Zij hebben tevens een sterke aandriftige gevoeligheid voor mensen en zodoende een diepgaande invloed op de menselijke samenleving en beschaving gehad.

☆ Uitgelicht
Deze bladzijde is uitgelicht. Klik hier om alle uitgelichte bladzijden te bekijken.