Hachten
(Doorverwezen vanaf Riskeren)
Werkwoord
Onbepaalde wijs | Gebiedende wijs | Aanvoegende wijs | |
---|---|---|---|
Enkelvoud | Meervoud | ||
hachten | hacht | hacht | hachte |
Aantonende wijs | |||
---|---|---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd | ||
ik | hacht | ik | hachtte |
jij | hacht hacht jij? |
jij | hachtte |
u | hacht hacht u? |
u | hachtte |
hij / zij / het | hacht | hij / zij / het | hachtte |
wij | hachten | wij | hachtten |
jullie | hachten | jullie | hachtten |
zij | hachten | zij | hachtten |
Voltooid deelwoord | Tegenwoordig deelwoord |
---|---|
gehacht | hachtend |
Betekenis
Eigenlijk:
- Zichzelf (of iets) blootstellen aan hacht.
Overig:
- Meervoud van zelfstandig naamwoord hacht.
Evenwoord
Bron, aantekening en/of verwijzing