Blijspel

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Onzijdig zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste het blijspel de blijspelen
Tweede des blijspels der blijspelen
Derde den blijspele den blijspelen
Vierde het blijspel de blijspelen

Woordopbouw

blijspel

Betekenis

  1. Een toneelstuk, velm of boek met vermaak en gelach als doel, veelal gepaard met een goede afloop.[1]

Evenwoord