Naar inhoud springen

Wever

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Mannelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de wever de wevers
Tweede des wevers der wevers
Derde den wever den wevers
Vierde den wever de wevers

Woordopbouw

weven-er

Ruinschrift [?]

ᚹᛇᚠᚳᚱ

Betekenis


Eigenlijk:

1. Hij die weeft; die geweven voortbrengselen vervaardigt.[1][2]

Overdrachtelijk:

2. Hij die sierlijk danst, met de voeten weeft.[1]
3. Hij die niet stil kan zitten.[2]

Tegenwoord


Afleiding



Bron, aantekening en/of verwijzing