Verspieding

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Vrouwelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de verspieding de verspiedingen
Tweede der verspieding der verspiedingen
Derde der verspieding den verspiedingen
Vierde de verspieding de verspiedingen

Woordopbouw

verspieden-ing

Betekenis


  1. Het vergaren van vertrouwelijke inlichtingen omtrent iets of iemand, meestal met krijgslijke doeleinden of vijandige bedoelingen; het verspieden.[1]
  2. Vanuit een hinderlaag iemand pogen te overmeesteren; het belagen.[1]

Evenwoord


Betekenis 1:

Omschrijving


Betekenis 1:

Verspieding, het verkrijgen van geheime inlichtingen, is ene heimelijke beoefening die zowel wettig als onwettig kan zijn. Zij wordt vaak in verband gebracht met staatsverspieding voor krijgslijke doeleinden, terwijl bedrijfsverspieding zich richt op bedrijven. Verspieders dringen genootschappen binnen om inlichtingen te verzamelen over vijandelijke krachten, andersdenkenden te herkennen en vaardkunde te stelen. Tegenverspieding is gericht op het dwarsbomen van vijandelijke verspieding. Geschiedenis toont aan dat verspieding een onontbeerlijke rol heeft gespeeld. De Chinese veldheer Sun Tzu (544–496 voor Christus) benadrukte het belang van het begrijpen van jouzelf en de vijand voor krijgslijke inlichtingen. De Indiase veelweter Chanakya beschreef in de vierde eeuw voor Christus uitvoerig het verzamelen van inlichtingen. Oude beschavingen zoals Egypte, de Hebreeën, Griekenland, Rome, Mongolië en Japan maakten ook gebruik van verspieders. In de twaalfde eeuw zette Koning David IV van Georgië een doeltreffende inlichtingendienst op. Zelfs de Azteken hadden handelaren en dienders als verspieders. Deze geschiedkundige voorbeelden tonen aan dat verspieding een tijdloos verschijnsel is dat zowel vroeger als nu een belangrijke rol speelt.

Zie ook


☆ Uitgelicht
Deze bladzijde is uitgelicht. Klik hier om alle uitgelichte bladzijden te bekijken.