Naar inhoud springen

Sluipschutter

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
Nederlandse sluipschutter tijdens een oefening te Oostenrijk.

Mannelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de sluipschutter de sluipschutters
Tweede des sluipschutters der sluipschutters
Derde den sluipschutter den sluipschutters
Vierde den sluipschutter de sluipschutters

Woordopbouw

sluipschutter

Betekenis


Eigenlijk:

1. Man die vanuit een verdekte plek, in onafhankelijk verband en vaak vanaf grote afstand, nauwkeurig op doelen schiet.[1][2]

Bij uitbreiding:

2. Iemand die vanuit een verdekte plek, in onafhankelijk verband en vaak vanaf grote afstand, nauwkeurig op doelen schiet.[1][2]

Tegenwoord


Betekenis 1:

Zie ook


Omschrijving


Een sluipschutter is enen toelegger in de krijgslijke of wetshandhaving-samenhang die is afgericht om zich langdurig onopgemerkt te houden en vanaf grote afstand nauwkeurig op doelen te schieten. Eens sluipschutters hoofdzakelijke rol is vaak het verzamelen van inlichtingen, waarneming van vijandelijke bewegingen, en het uitschakelen van krijgwijze doelen. In tegenstelling tot scherpschutters werken sluipschutters onafhankelijk en pogen om te allen tijde verborgen te blijven. Het geduld en de geestelijke veerkracht eens sluipschutters zijn onontbeerlijk, aangezien zij vaak uren of zelfs dagen moeten wachten op het volmaakte ogenblik om te schieten zonder te worden ontdekt.

☆ Uitgelicht
Deze bladzijde is uitgelicht. Klik hier om alle uitgelichte bladzijden te bekijken.

Bron, aantekening en/of verwijzing

  1. 1,0 1,1 WikiWoordenboek, sluipschutter.
  2. 2,0 2,1 Woordenboek der Nederlandsche Taal, sluipen.