Oorsprong
Mannelijk zelfstandig naamwoord
Naamval | Enkelvoud ♂ | Meervoud |
---|---|---|
Eerste | de oorsprong | de oorsprongen |
Tweede | des oorsprongs | der oorsprongen |
Derde | den oorspronge | den oorsprongen |
Vierde | den oorsprong | de oorsprongen |
Betekenis
- Ontstaan, begin eens waters of ener rivier, bij uitbreiding ook toepasselijk op andere verscheidene zaken.[1]
- Afkomst eens mensen of woords.[1]
- Herkomst.[1]
Bron, aantekening en/of verwijzing
- ↑ 1,0 1,1 1,2 Woordenboek der Nederlandsche Taal, Oorsprong.