Oorsprong

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Mannelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de oorsprong de oorsprongen
Tweede des oorsprongs der oorsprongen
Derde den oorspronge den oorsprongen
Vierde den oorsprong de oorsprongen

Betekenis

  1. Ontstaan, begin eens waters of ener rivier, bij uitbreiding ook toepasselijk op andere verscheidene zaken.[1]
  2. Afkomst eens mensen of woords.[1]
  3. Herkomst.[1]

Bron, aantekening en/of verwijzing