Mark

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
De Dortherbeek, tussen Bathmen en Harfsen, Overijssel.

Vrouwelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de mark de marken
Tweede der mark der marken
Derde der mark den marken
Vierde de mark de marken

Woordherkomst

marke (Middelnederlands)

Betekenis


  1. Grens, grenspaal, grensland.[1][2]
  2. Onverdeelde gronden van leden eens markgenootschaps/ ener markvereniging.[1]

Zie ook



Bron, aantekening en/of verwijzing

  1. 1,0 1,1 Woordenboek der Nederlandsche Taal, mark (I).
  2. ZLL-aantekening: niet te verwarren met voornaam Mark.