Maagschap
Vrouwelijk zelfstandig naamwoord
Naamval | Enkelvoud ♀ | Meervoud |
---|---|---|
Eerste | de maagschap | de maagschappen |
Tweede | der maagschap | der maagschappen |
Derde | der maagschap | den maagschappen |
Vierde | de maagschap | de maagschappen |
Woordopbouw
maag • -schap |
Betekenis
Grijpbaar:
- 1. Het geheel van (bloed)verwanten.
Ongrijpbaar:
- 2. Verwantschap; bepaald aanverwantschap.[1]
Evenwoord
Betekenis 1:
Bron, aantekening en/of verwijzing