Jongeling

Gemeenslachtig zelfstandig Naamwoord
Naamval | Enkelvoud ♂ | Enkelvoud ♀ | Meervoud |
---|---|---|---|
Eerste | de jongelingen | ||
Tweede | des jongelings | der jongeling | der jongelingen |
Derde | den jongelinge | der jongeling | den jongelingen |
Vierde | den jongeling | de jongeling | de jongelingen |
Woordopbouw
jong • -ling |
Betekenis
- Jong mens tussen de leeftijd van veertien jaar en twintig jaar.
Vertaling
- Adolescent (Frans, adolescent).[1]
Omschrijving
Een jongeling verwijst naar de levenstrap tussen kindertijd en volwassenheid – doorgaans gekenmerkt door lichamelijke, gevoelsmatige en maatschappelijke gedaantewisselingen. In deze tijdspanne—die grofweg begint met de geslachtsrijpheid en eindigt met de volwassenheid—ondergaan kinderen belangrijke ontwikkelingen op het gebied van eigenheid, zelfbewustzijn en maatschappelijke wisselwerking. Tijdens de jeugdjaren groeien niet alleen het lijf en de kenvermogende vaardigheden, maar begint ook de zoektocht naar eigenheid en het ontwikkelen van eigen waarden. Het is een overgang vol uitdagingen en ontdekkingen, waarin jongeren hun weg vinden naar volwassenheid, vaak door leergierigheid, proefnemen en het vormgeven hunner toekomstige zelf gekenmerkt.
☆ Uitgelicht
Deze bladzijde is uitgelicht. Klik hier om alle uitgelichte bladzijden te bekijken.
Bron, aantekening en/of verwijzing