Hoermaand

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen
De hooglijk rijke uren des hertogen van Berry: wintermaand (1440).

Vrouwelijk zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste de hoermaand de hoermaanden
Tweede der hoermaand der hoermaanden
Derde der hoermaand den hoermaanden
Vierde de hoermaand de hoermaanden

Woordherkomst

hoermaent (Middelnederlands)[1]

Betekenis

  1. Wintermaand.

Vertaling

  1. December (Latijn, December).[2]

Bijzondere Dagen

Maandoverzicht


louwmaand
Latijn: januari
sprokkelmaand
Latijn: februari
lentemaand
Latijn: maart
grasmaand
Latijn: april
bloeimaand
Latijn: mei
zomermaand
Latijn: juni
hooimaand
Latijn: juli
oogstmaand
Latijn: augustus
herfstmaand
Latijn: september
wijnmaand
Latijn: oktober
slachtmaand
Latijn: november
wintermaand
Latijn: december

Voor meer inlichtingen zie de Maandnamen Woordenlijst.