Gemenebest

Uit Zaakwoordenboek der Lage Landen

Onzijdig zelfstandig naamwoord

Naamval Enkelvoud Meervoud
Eerste het gemenebest de gemenebesten
Tweede des gemenebests der gemenebesten
Derde den gemenebeste den gemenebesten
Vierde het gemenebest de gemenebesten

Betekenis

  1. Staat, welke niet door een alleenheerser of alleenheerseres wordt bestuurd. Vertaling van res publica.[1]

Evenwoord