Achterbak
Mannelijk zelfstandig naamwoord
Naamval | Enkelvoud ♂ | Meervoud |
---|---|---|
Eerste | de achterbak | de achterbakken |
Tweede | des achterbaks | der achterbakken |
Derde | den achterbakke | den achterbakken |
Vierde | den achterbak | de achterbakken |
Betekenis
- Het gedeelte achterin eens wagens waar het reisgoed in wordt geplaatst.[1]
Evenwoord
- Achterbakje (verkleinvorm).
- Kofferbak (Frans, coffre + bak).[2]
Tegenwoord
Bron, aantekening en/of verwijzing